Amalgaam is een legering van kwik met metaal en staat in de volksmond bekend als 'zilvervulling'. Het wordt al ongeveer 150-200 jaar gebruikt als restauratiemateriaal in de tandheelkunde. Tegenwoordig is het vanwege zijn kleur een vulmateriaal dat met succes wordt gebruikt bij de restauratie van tanden in gebieden waar esthetiek niet belangrijk is. Composiet is een restauratiemateriaal dat in de volksmond bekend staat als 'witte vulling' of 'balkvulling'. Het wordt gebruikt bij het herstel van defecten in tanden als gevolg van cariës, breuken en slijtage. Het wordt gebruikt bij de restauratie van voortanden, waarbij esthetiek vooral belangrijk is vanwege het grote aantal kleuropties.
Je tand of kies kan gevuld worden als je een gaatje (tandbederf) hebt of als je kies afbreekt. Een bestaande vulling moet soms vervangen worden als er bijvoorbeeld een breuk in zit. Een vulling zorgt er voor dat je weer goed kan kauwen en voorkomt verdere (pijn)klachten. Als je tandvlees iets is teruggetrokken dan liggen je tandhalzen bloot. Dit kan gevoeligheid geven bij koude of warme dranken. Je tandarts kan de tandhals dan afdenken met een vulling.
Als het nodig is dan verdooft de tandarts je eerst. Daarna boort hij het tandbederf of de oude vulling weg. Als de kies helemaal schoon en droog is wordt de kies geëtst om het weefsel ruw te maken zodat het beter hecht. Dan wordt er een speciale lijmlaag gelegd waarop de vulling in laagjes wordt opgebouwd. Tussendoor wordt het vulmateriaal uitgehard met behulp van een blauwe lamp. De vulling wordt afgewerkt met een boortje.
De wortelkanaalbehandeling gebeurt onder plaatselijke verdoving als uw tandweefsel nog (gedeeltelijk) ‘levend’ is. Een verdoving is soms niet nodig als uw tandweefsel al is afgestorven. Vaak maakt uw tandarts een of meer röntgenfoto’s. Zo heeft hij een goede controle over het verloop van de behandeling. Uw tandarts maakt eerst uw tand of kies open en verwijdert het ontstoken weefsel. Daarna reinigt hij het kanaal met kleine vijltjes en spoelt hij het met een desinfecterende spoelvloeistof. Vervolgens worden de kanalen gevuld. Na de wortelkanaalbehandeling maakt uw tandarts uw tand of kies weer dicht met een vulling. Als de kies is verzwakt, kan een kroon nodig zijn. Een tand of kies die op deze wijze is behandeld, kan nog lange tijd mee.
Als een tand of kies ernstig aangetast of beschadigd is, kan het trekken van deze tand of kies het enige redmiddel zijn. Het trekken van een tand of kies wordt ook wel extraheren of een extractie genoemd. De tandarts kan de behandeling zelf uitvoeren of als het nodig is je verwijzen naar een kaakchirurg.
Een tand of kies wordt getrokken als het niet meer mogelijk is om deze te behouden. Dit kan door bijvoorbeeld een ernstige tandvleesaandoening waardoor de kies niet meer vast staat in het kaakbot, een tand te veel is aangetast door tandbederf, of dat er door een ongeval een tand zover is afgebroken dat het niet meer te herstellen valt. Verstandskiezen kunnen problemen geven als ze gedeeltelijk onder het tandvlees zitten, ontstoken raken of scheef groeien. Het kan ook zijn dat het nodig is om kiezen te trekken als er sprake is van ruimtegebrek. Dit valt dan vaak samen met een beugelbehandeling.
Voor de behandeling wordt er eerst een foto gemaakt. De tandarts kan dan zien hoe de wortels lopen en of er bijvoorbeeld een risico is dat de kies afbreekt. Ook zal hij bekijken of hij de behandeling zelf kan uitvoeren of dat hij je verwijst naar een kaakchirurg. Uiteraard word je voor het trekken van de tand of kies goed verdoofd. De tandarts wrikt de kies eerst een beetje los en daarna wordt de kies er uit getrokken. Soms splitst de tandarts de kies eerst en wordt de kies er in delen uitgehaald. Het kan zijn dat de tandarts het nodig vindt om de wond te hechten.
Kronen en bruggen zijn bedoeld als duurzame vervangingen voor tanden en kiezen. Ze benaderen de oorspronkelijke vorm en functie zoveel mogelijk. Een behandeling voor een kroon of brug is ingewikkelder dan voor een gewone vulling. U zult dan ook enkele keren bij uw tandarts moeten terugkomen.
Een kroon is een kapje van metaal en/of porselein dat precies over een afgeslepen tand of kies past. Het kapje zit op de tand of kies vastgelijmd. Door een kroon krijgt de tand of kies zijn oorspronkelijke vorm en functie weer terug.
Een brug wordt gemaakt ter vervanging van één of meer ontbrekende tanden en/of kiezen. Een brug zit vast aan twee of meer pijlers. Dat zijn afgeslepen tanden of kiezen aan weerszijden van de open ruimte van de ontbrekende tand of kies. Een brug bestaat uit twee of meer kronen die op pijlers passen en een brugtussendeel, ook wel ‘dummy’ genoemd. Deze bestaat uit één of meer kunsttanden en/of kiezen die op de plaats van de open ruimte komen.
Als tanden en kiezen ontbreken, kunnen de tanden of kiezen van de andere kaak in de richting van de open ruimte groeien. Ook kunnen de tanden of kiezen aan weerszijden van de open ruimte naar elkaar toe groeien, waardoor ze scheef gaan staan.
Tijdens een wortelkanaalbehandeling verwijdert de tandarts het ontstoken tandweefsel. Ontstoken tandweefsel geneest niet meer. Het is een onomkeerbaar proces. Daarom haalt uw tandarts het ontstoken weefsel weg. Een wortelkanaalbehandeling wordt ook wel kanaal- of zenuwbehandeling genoemd.
De wortelkanaalbehandeling gebeurt onder plaatselijke verdoving als uw tandweefsel nog (gedeeltelijk) ‘levend’ is. Een verdoving is soms niet nodig als uw tandweefsel al is afgestorven. Vaak maakt uw tandarts een of meer röntgenfoto’s. Zo heeft hij een goede controle over het verloop van de behandeling. Uw tandarts maakt eerst uw tand of kies open en verwijdert het ontstoken weefsel. Daarna reinigt hij het kanaal met kleine vijltjes en spoelt hij het met een desinfecterende spoelvloeistof. Vervolgens worden de kanalen gevuld. Na de wortelkanaalbehandeling maakt uw tandarts uw tand of kies weer dicht met een vulling. Als de kies is verzwakt, kan een kroon nodig zijn. Een tand of kies die op deze wijze is behandeld, kan nog lange tijd mee.
Choose color style